Het begon met vissen.

Dier bij kopje

Iemand belde of we een klein aquarium wilden ophalen. Anders zouden ze – letterlijk – door de wc gespoeld worden. Dat is inmiddels vijftien jaar geleden.

Nu hebben we bij Diggout een kleine collectie reptielen. Slangen. Gekko’s. Baardagamen. Waterschildpadden. Slakken zelfs. Geen dieren met veren of haren – allergieën en zo. De meeste dieren kwamen omdat iemand er niet meer voor kon zorgen. Of niet meer wílde zorgen. Zoals Burny, onze ball python. Prachtig dier, maar met een verbrande rug. De eigenaar hoefde hem niet meer. Alsof schoonheid bepaalt of je het waard bent om voor gezorgd te worden.

Bij Digg’Out komt niemand bij het grofvuil. Niet de dieren. Niet de jongeren. En het gekke is: die dieren doen iets. Al jaren. Een slang over je arm. Een baardagaam in je hand. Jongeren die normaal niets aanraken – niet zichzelf, niet een ander – raken ineens een reptiel aan. Of voeren het. En praten ertegen.

Verantwoordelijkheid begint soms met een waterbakje verschonen. Of met het vasthouden van iets dat zogenaamd eng is. Zonder oordeel. Zonder woorden.

Niet iedereen vindt het wat. En dat is prima. Maar ik geloof heilig in de kracht van een dier. Van natuur. Van zorgen voor iets dat jou nodig heeft. Want zonder verzorging gaat een dier dood. In gevangenschap zeker. Net als een mens, eigenlijk.

Digg’Out is de plek voor de zogenaamde misfits. De jongeren. De dieren. Iedereen met een rafelrand. En als je het mij vraagt: juist dat maakt het compleet.