Functie: Geen (m/v/x)

Bas met zijn mes

Een school waar de koffie lauw was en de idealen warm. De directeur geloofde in tweede kansen, derde ook. Jongeren moesten niet worden doorgestuurd met een stempel op hun voorhoofd — lastpak. Ze moesten gedragen worden. Warm overgedragen, zoals dat in onderwijsland heet.

Ik kreeg een eigen ruimte. Een kamer met een ziel. Grote tafel, bankjes langs de muur, planten die het net overleefden, en een foto van mijn moeder op de kast. Er was een spaarvarken — bij elk “wohla” moest er iemand een muntje in. Zo hielden we het luchtig.

Ze kwamen binnen alsof ze naar de tandarts moesten. Armen over elkaar, schouders opgetrokken, gezichten dicht. Weer een juf. Weer iemand die vragen ging stellen. Ik stelde er geen. Ik schonk thee.

En langzaam gebeurde het. Ze bleven langer. Zwijgend eerst. Dan met een grapje. Dan met een vriend. In de pauzes zat de tafel ineens vol. We schaakten, we haakten, soms tegelijk. Ik leerde hun namen, hun vaders, hun moeders, hun lievelingseten. Tijdens de ramadan kreeg ik bakjes met geurige rijst, pasteitjes, koekjes die plakten van de honing.

Waren ze ineens heiligen? Natuurlijk niet. Maar er was iets — contact. Relatie. En relaties zijn, als je het mij vraagt, voor het leven. Niet iets wat ophoudt omdat je geen uren meer kunt schrijven.

Ze gingen naar andere scholen, warm overgedragen. Ze vonden werk, sommigen een diploma, sommigen zichzelf. En nog steeds krijg ik berichtjes.

“Nanette, ik ben geslaagd.”

“Ik heb een huisje.”

“Ik word vader.”

Ze mochten altijd gewoon Nanette zeggen. Nooit juf. En de moraal? Werken met jongeren is geen functie. Het is geen project. Het is mensenwerk.